Methode & infrastructuur

  1. Toolkit
  2. Methode & infrastructuur

Vragen & antwoorden

Kan ik als zorgverlener in mijn eigen systeem blijven werken en wordt dit aangepast?

Ja, je kunt in je eigen systeem blijven werken. In je systeem kun je– indien geautoriseerd door de cliënte- de juiste gegevens op het juiste moment oproepen en inzien. Importeren wordt in een later stadium ook mogelijk. Je bevindingen voer je in je eigen systeem in, net zoals nu gebeurt.

Er moeten aanpassingen gedaan worden aan de zorgverlenerssystemen. Echter, daar merk je als zorgverlener niet veel van. De veranderingen en de aanpassingen zitten vooral onder de motorkap, op de manier waarop de informatie ontsloten en ter beschikking gesteld wordt aan de systemen van andere zorgverleners.

Om duidelijk te maken hoe het onder de motorkap werkt en hoe de informatiestromen eruit komen te zien, hebben we een animatie gemaakt:

Kunnen er ook gegevens geraadpleegd worden die aangemaakt zijn door huisarts ?

 

Ja. Voor een intakegesprek met een vrouw die voor het eerst in aanraking komt met de geboortezorgsector, is het prettig gegevens van de huisarts te kunnen raadplegen. De huisartsen organiseren het delen van gegevens via het programma VIPP OPEN. Die gegevens – de Basisgegevens Zorg (BGZ)- is een minimale set van cliëntgegevens die specialisme-, ziektebeeld-, en beroepsgroep overstijgend relevant is en van belang voor de continuïteit van zorg. Je kunt dit zien als een samenvatting van (medische) gegevens. Deze gegevens zijn (als zibs) te raadplegen door cliënten en zorgprofessionals in de geboortezorg.

Hoe de huisartsen informatie terug krijgen wordt nog uitgewerkt. In de BGZ zit vrijwel geen informatie over de zwangerschap.

Waar staan de gegevens opgeslagen?

Net als nu: in de systemen van de zorgverleners. Voor meer informatie hierover bekijk je deze animatie:

Cliënten hebben de regie over hun eigen gegevens. Zij geven zorgverlener(s) toestemming voor het mogen delen van de gegevens.

Wat zijn zibs?

Zorginformatiebouwstenen (zibs) vormen de basis voor standaardisatie van zorginformatie. Zibs delen als het ware informatie op in herbruikbare onderdelen.

De term zib wordt gebruikt voor twee verschillende begrippen, namelijk de definitie en de werkelijke invulling, de zogenaamde ‘instance.’

Zib als definitie: hoe, dus in welke structuur, moet de informatie gedefinieerd moet worden?

Bijvoorbeeld de Zib patiënt bestaat uit de volgende structuur: BSN, voornaam, achternaam, tussenvoegsel, geb. datum. Een zib-definitie beschrijft nauwkeurig wat er moet worden vastgelegd, en hoe dat moet worden vastgelegd. De zib-definities zijn voorzien van een standaardcode.

Zib als invulling, dus ‘instance’: Dit is een setje van de daadwerkelijke ingevulde gegevens dat vastgelegd is volgens zib-definitie. Om weer zib patiënt als voorbeeld te nemen: 123456789, Ineke, Jansen, van der, 15 mei 1992.

Meer informatie over zibs vind je hier>>>

Bekijk voor meer informatie deze animatie:

Stel, er sluipt ergens een fout in de medische dossiervorming. Kun je die dan nog herstellen wanneer er met zorginformatiebouwstenen (zibs) gewerkt wordt?

Jazeker. Het dossier is een samenstelling van zibs. Bij elk consult worden gegevens ingevoerd in het eigen systeem en hiervan worden nieuwe zibs gepubliceerd. Het kan zijn dat een verloskundige iets verkeerd heeft ingevoerd. Bijvoorbeeld hemoglobine 3,6 in plaats van 6,3. Als hij of zij deze fout ziet, wijzigt deze de gegevens in het eigen systeem naar 6,3. En publiceert hiermee een nieuwe zib met de juiste gegevens. Er zijn nu twee zibs met verschillende informatie over de hemoglobinewaarde. Iedere zib heeft een eigen datum en tijd. Het is belangrijk te weten dat het overzichtsscherm (viewer) standaard de laatste zib laat zien, dus in dit geval, die met de juiste gegevens.

Bovengenoemd voorbeeld is een uitzondelijk geval. Mocht de gynaecoloog intussen de waarde van 3,6 inmiddels hebben gezien, zal hij of zij naar alle waarschijnlijkheid eerst direct contact opnemen met de verloskundige, voordat hij of zij overgaat op een bloedtransfusie. Als de gynaecoloog echter de verkeerd ingevoerde waarde wil dubbelchecken en de gegevens wil terugzien, dan kan dat. Historische gegegevns zijn altijd te raadplegen– mits de zorgverlener daar toestemming voor heeft gekregen van de cliënt. Dit doet hij of zij via een viewer, waar gegevens op datum en tijd teruggevonden kunnen worden.

Moet de cliënt bij iedere transactie, dus wanneer er gegevens geraadpleegd worden, toestemming geven?

Nee, dat hoeft niet bij iedere transactie. De cliënt geeft van tevoren toestemming aan een zorgverlener welke informatie deze mag inzien. Daarbij kan de cliënt altijd nagaan welke informatie ingezien is door een zorgverlener/zorgverleners.

Helpt VIPP Babyconnect de geboortezorg met een landelijke ICT-oplossing of aanpak?

Iedere regio kiest voor de implementatie van digitale gegevensuitwisseling zelf voor de beste oplossing.

Het programmabureau van VIPP Babyconnect ontwikkelt in samenwerking met vele partijen voorbeelden of scenario’s.

De oplossing of aanpak die een regio kiest, moet voldoen aan de eisen en voorwaarden in het framework.

Wanneer een regionaal partnerschap gebruik maakt van een subsidie om digitale gegevensuitwisseling te realiseren, moet het partnerschap zich aan de subsidievoorwaarden houden. Dat betekent bijvoorbeeld dat de oplossing of aanpak aan moet sluiten op de bestaande informatiestandaarden en outcomedoelen.

Hierdoor kunnen ook gegevens buiten de regio’s én buiten de geboortezorg worden uitgewisseld.

Wat is interoperabiliteit?

Voor goede en efficiënte zorg is het belangrijk dat informatie eenduidig wordt vastgelegd en gedeeld. Daarvoor moeten systemen, afspraken en randvoorwaarden op elkaar aansluiten.

Dat noem je ook wel interoperabiliteit. Interoperabiliteit is de mogelijkheid van zelfstandige, niet gelijke organisaties, partijen, eenheden, systemen of individuen om met elkaar samen te werken, te communiceren en informatie uit te wisselen. In deze factsheet is het model uitgelegd.

Wat is het handboek technische architectuur?

Het handboek technische architectuur beschrijft hoe gegevensuitwisseling gerealiseerd kan worden en legt daarmee de nadruk op de onderste twee lagen van het interoperabiliteitsmodel: applicaties en IT infrastructuur.

Dit handboek is bedoeld voor ICTleveranciers in de geboortezorg, ziekenhuizen en regionale samenwerkingsorganisaties (RSO’s) en andere betrokkenen die werken aan het implementeren van digitale gegevensuitwisseling in de geboortezorg volgens het Framework dat hoort bij VIPP Babyconnect.

Klik hier om naar het handboek technische architectuur te gaan.

Heeft u een vraag die er niet tussenstaat?