1. Nieuws
  2. VIPP Babyconnect loopt door tot in 2025

VIPP Babyconnect loopt door tot in 2025

30 september 2024

In de geboortezorg staan we aan de vooravond van de implementatie van digitale gegevensuitwisseling. Dit gaat gepaard met huizenhoge uitdagingen, waar met mens en macht aan gewerkt wordt en waar tijd voor nodig is in 2025. Er is goed nieuws te melden. Minister Agema (VWS) heeft de Tweede Kamer geïnformeerd over het voornemen een technische wijziging in de subsidieregeling VIPP Babyconnect door te voeren. Daarmee komt zij tegemoet aan de noodzaak voor extra ruimte voor ontwikkelingen die nog nodig zijn.

Regionale partnerschappen, samenwerkende geboortezorgpartijen en het landelijk programmabureau zijn het erover eens: Het kost veel tijd voordat er iets zichtbaar is voor de eindgebruikers, maar we zijn nog nooit zo dichtbij geweest. Naar verwachting kunnen de eerste zorgverleners eind 2024 een eerste dataset  die van toegevoegde waarde is digitaal uitwisselen. In 2025 wordt de hoeveelheid data verder uitgebreid en kan gegevensuitwisseling op grotere schaal worden toegepast.

Neuzen dezelfde kant op
Het is een ingewikkelde klus, waarbij veel verschillende betrokkenen samenwerken. Het waarborgen van de veiligheid, techniek en kwaliteit van digitale gegevensuitwisseling is cruciaal. Het gaat traag, tot grote frustratie van iedereen. Het duurt lang voordat er iets zichtbaar en werkbaar is voor eindgebruikers. Maar alle samenwerkende betrokkenen zitten op een lijn. ‘De neuzen staan voor ’t eerst allemaal dezelfde kant op, er is een dataset die ingebouwd is of wordt, er is een viewer die alle gegevens uit diverse bronnen zichtbaar kan maken en er is nog steeds vertrouwen dat het gaat lukken,’ schrijft de Federatie van VSV’s deze zomer in een brief aan VWS.

Steun ministerie van VWS
In april jl. heeft het ministerie van VWS al bekend gemaakt de beleidsregel VIPP Babyconnect aan te passen en geld vrij te maken voor de regionale partnerschappen om 2025 financieel te overbruggen. Hierdoor worden de kosten in 2025 niet bij de zorgverleners belegd, maar in het subsidieprogramma VIPP Babyconnect. In 2026 worden de kosten voor digitale gegevensuitwisseling geborgd in een kostendekkend NZA-tarief. De penvoerders van de partnerschappen moeten hiervoor in oktober een aanvraag doen.

Aanvullend hierop kondigt minister Agema nu een technische wijziging aan. Hierdoor wordt het voor de partnerschappen mogelijk om, zonder extra financiële middelen, de projectorganisatie ter ondersteuning van de ontwikkeling langer voort te zetten. Lees een toelichting hierop onderaan dit bericht.

Dankzij de technische wijziging van de beleidsregel en het doorzettingsvermogen van alle betrokkenen, in het bijzonder de projectleiders en penvoerders van de regionale partnerschappen, is er de komende periode ruimte om digitale gegevensuitwisseling in de geboortezorg te realiseren. De regionale partnerschappen hebben er vertrouwen in dat we met elkaar iets waardevols neerzetten.

Meer weten?
Heb je naar aanleiding van dit artikel vragen, neem dan contact op met info@carecodex.org of met je regionale projectleider.

Wat houdt de technische wijziging beleidsregel in?

Ieder regionaal partnerschap (regio’s) vraagt overbruggingsgeld aan voor 2025. Dit is nodig omdat in 2025 het nog niet technisch mogelijk was om de structurele gelden al via de zorgtarieven en vernieuwde governance te laten verlopen. Een aantal regio’s is kartrekker. Zij implementeren als eerste voor een bepaald onderdeel van de uitwisseling de aanpassingen, waarna de andere regio’s kunnen volgen. Deze kartrekker regio’s maken hogere kosten dan de organisaties die kunnen volgen. De penvoerders van alle regio’s hebben de minister gevraagd de mogelijkheid te bieden om onderling flexibel met de beschikbare subsidiegelden om te mogen gaan zodat deze kartrekkerregio gecompenseerd kunnen worden voor hun extra inzet. Er is grote onderlinge solidariteit tussen de negen regionale partnerschappen. Zij hebben aangegeven dat zij de benodigde subsidie onderling met elkaar zullen afstemmen. Met de brief van de minister aan de Tweede Kamer wordt deze flexibiliteit gecreëerd, zonder dat het totaalbedrag van de beleidsregel VIPP Babyconnect verhoogd wordt.