In regio Noord-Nederland zijn al flinke stappen gezet voor het inrichten van de architectuur voor veilige digitale gegevensuitwisseling in de geboortezorg.
Leendert Nooitgedagt, programmamanager bij GERRIT houdt zich specifiek bezig met de architectuur voor VIPP Babyconnect in die regio. Hij vertelt er meer over.
Hoe ben je met het proces gestart?
“We zijn eerst met de werkgroep architectuur gaan nadenken over hoe we naar de architectuur voor VIPP Babyconnect moeten kijken. En hoe dit nu precies zit. We hebben inleidende sessies georganiseerd om iedereen op hetzelfde niveau te krijgen, onder andere met het Dijklander Ziekenhuis in Hoorn, omdat daar al een voorbeeldimplementatie heeft plaatsgevonden.
Bij deze sessie waren verschillende deelnemers aanwezig. De nadruk lag op het betrekken van mensen vanuit het zorgproces. Vanuit de 1e lijn, maar ook mensen die daadwerkelijk ‘aan de buik’ zitten, om het maar zo te zeggen. Architectuur gaat namelijk over alle lagen van interoperabiliteit en niet alleen over techniek.”
Bron: Nictiz (https://www.nictiz.nl/standaardisatie/interoperabiliteit/)
Hoe maken jullie de vertaalslag naar de regio, in combinatie met zorg?
“Je vervalt heel snel in ‘Wat moet een applicatie of systeem kunnen of wat kan het nu?’ In die valkuil zijn wij ook getrapt. Wij zijn in de sessies veel gaan vragen over hoe iets in elkaar zit, wat de knelpunten zijn en wat men wel of juist niet snapt. Vervolgens zijn we gaan zoeken hoe we naar die architectuur kunnen kijken en welke keuzes we moeten maken. Om een richting te bepalen, hebben we eerst een concept architectuur opgesteld.”
Hoe zag het proces er verder uit?
“We hebben een sessie met zorgverleners gehad waarin we het proces verder hebben uitgetekend. Aan de hand van de vraag ‘Hoe zit het zorgproces nu eigenlijk in elkaar?’ Hier kwam een werkproces uit. Onze gezamenlijke conclusie was dat je dit proces niet moet onderbreken of veranderen. Een goede ICT oplossing begint bij het zorgproces!”
Waar staan jullie nu?
“We zijn nu twee maanden verder en er zijn met name veel ontwikkelingen bij leveranciers. Nu begint het eigenlijk pas echt. De gesprekken met leveranciers gaan van ‘zou je willen?’ naar ‘gij zult’. De positionering wordt anders en er komt druk op de ketel te staan. Het moet allemaal concreter worden. Ik ben nu allerlei issues aan het beschrijven die op alle lagen van interoperabiliteit spelen. Die moeten getackeld worden in het project en in de architectuur om goede keuzes te kunnen maken. We zijn dus eigenlijk de piketpaaltjes aan het neerzetten. Wat zijn de randvoorwaarden, de uitgangspunten, en de do’s en dont’s?”
Kun je een voorbeeld noemen van vragen die spelen?
“Het gaat bijvoorbeeld over de vraag hoe je omgaat met identificatie van de gebruiker, over de verschillende niveaus heen. En hoe gaat een viewer reageren op de infrastructuur? En ik heb nu bijvoorbeeld de vraag neergelegd of we binnen één VSV één viewer voor alle zorgverleners kiezen, of zelfs één viewer voor de hele regio.
Dit zijn belangrijke uitgangspunten die je met elkaar moet bespreken voor het vervolg van het besluitvormingstraject.”
Hoe zien de komende weken en maanden er uit?
“Wij komen iedere drie weken met de werkgroep architectuur bij elkaar. Deze maand willen we van concept naar een architectuur, inclusief een beschrijving van de keuzes die we moeten maken. Daarna gaan we een integratieplatform kiezen en doen we een eerste implementatie voor een viewer.”
Heb jij nog tips die je aan andere regio’s wil mee geven?
“Ten eerste: laat je niet gek maken door alle informatie die er is, dat je door de bomen het bos niet meer ziet. Ten tweede: zorg dat je de zorgverlener aangehaakt houdt en dat hij of zij betrokken en gemotiveerd is. Dit is cruciaal. Zorg ook dat deze de complexiteit kent en dat iedereen snapt waar het om gaat.
Tot slot: doe waar je goed in bent! Iedereen heeft zijn of haar kwaliteiten en maak gebruik van elkaar.”
Zou je dingen anders doen als je het opnieuw kon doen?
“Niet echt anders, denk ik. We zitten nu nog middenin het project, dus misschien moet je me die vraag over anderhalf jaar nog eens stellen!”